Interglot - samenwerking: Dutch and English Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Summary

Dutch to English: more detail...

samenwerking:
- cooperation; collaboration; teamwork
Wiktionary:
- samenwerking → cooperation, collaboration
- samenwerking → collaboration, partnership, cooperation, involvement

Dutch

Detailed Translations for samenwerking from Dutch to English

de samenwerking (samenwerkingsverband)
the cooperation; the collaboration; the teamwork
- cooperation [the ~] nomen
- collaboration [the ~] nomen
- teamwork [the ~] nomen
de samenwerking
the collaboration
– A collection of modeling elements that interact within a given context to perform an operation or a use case. The objects in a collaboration are roles describing types of objects rather than representations of the objects themselves. ¹
- collaboration [the ~] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
collaboration	samenwerking; samenwerkingsverband	coöperatie; samenwerkingsverband
cooperation	samenwerking; samenwerkingsverband	bedrijf; coöperatie; firma; handelsbedrijf; handelshuis; maatschap; maatschappij; onderneming; samenwerkingsverband; vennootschap
teamwork	samenwerking; samenwerkingsverband	samenspel

de manier waarop er met elkaar gewerkt wordt²
- de samenwerking op deze afdeling is erg goed²

samenwerking

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• samenwerking	→ collaboration; partnership; cooperation; involvement	↔ collaboration — Travail commun
• samenwerking	→ cooperation	↔ coopération — action de coopérer.