Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. begroeiing:


Dutch

Detailed Translations for begroeiing from Dutch to English

begroeiing:

begroeiing [de ~ (v)] nomen

  1. de begroeiing (aanplant; gewas)
    the overgrowth; the cultivation; the covering

Translation Matrix for begroeiing:

NounRelated TranslationsOther Translations
covering aanplant; begroeiing; gewas afdekkap; bedekken; bedekking; beschutsel; beschutting; beslaan; dak; dek; dekking; kap; koepel; overdekking; overkapping
cultivation aanplant; begroeiing; gewas aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; cultuur; fok; fokkerij; geestelijke vorming; grondbewerking; kweek; kweken; ontplooiing; ontwikkeling; reproductie; teelt; verbouw; voortbrenging; voortplanting; vooruitgang; vorming
overgrowth aanplant; begroeiing; gewas
ModifierRelated TranslationsOther Translations
covering overdekkend; overkoepelend

Related Words for "begroeiing":

  • begroeiingen