Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: lafaard

Dutch and English Search Results for: lafaard

Summary

Dutch to English: more detail...

lafaard:
- coward; rookie; chicken; freshman; greenhorn; poltroon; novice; dogs and cats; hare's foot
Wiktionary:
- lafaard → coward, flake, chicken
- lafaard → chicken, chicken-shit, coward, funk, wimp, yellow-belly

Dutch

Detailed Translations for lafaard from Dutch to English

lafaard:

lafaard [de ~ (m)] nomen

de lafaard (lafbek; groentje; melkmuil)
the coward; the rookie; the chicken; the freshman; the greenhorn; the poltroon; the novice; the dogs and cats; the hare's foot
- coward [the ~] nomen
- rookie [the ~] nomen
- chicken [the ~] nomen
- freshman [the ~] nomen
- greenhorn [the ~] nomen
- poltroon [the ~] nomen
- novice [the ~] nomen
- dogs and cats [the ~] nomen
- hare's foot [the ~] nomen

Translation Matrix for lafaard:

Noun	Related Translations	Other Translations
chicken	groentje; lafaard; lafbek; melkmuil	hen; hoen; hoender; hoenderik; kip; poulet
coward	groentje; lafaard; lafbek; melkmuil
dogs and cats	groentje; lafaard; lafbek; melkmuil
freshman	groentje; lafaard; lafbek; melkmuil	nieuweling; nieuwkomer
greenhorn	groentje; lafaard; lafbek; melkmuil	eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje; nieuweling; nieuwkomer
hare's foot	groentje; lafaard; lafbek; melkmuil
novice	groentje; lafaard; lafbek; melkmuil	eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje; nieuweling; nieuwkomer
poltroon	groentje; lafaard; lafbek; melkmuil
rookie	groentje; lafaard; lafbek; melkmuil	eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje; nieuweling; nieuwkomer; rekruut

Related Words for "lafaard":

lafaards

Wiktionary Translations for lafaard:

lafaard

noun

iemand die door zijn angst wegvlucht uit gevaarlijke situaties.
- lafaard → coward

lafaard

noun

an unreliable person
- flake → lafaard
a person who lacks courage
- coward → slapjanus; watje; lafaard
coward
- chicken → wezel; lafbek; angsthaas; lafaard

Cross Translation:

From	To	Via
• lafaard	→ chicken; chicken-shit; coward; funk; wimp; yellow-belly	↔ peureux — personne peureuse, craintive, facilement effrayé.