Noun | Related Translations | Other Translations |
appreciation
|
achting; respect; waardering
|
dankbaarheid; danken; erkentelijkheid; erkentenis; waardevermeerdering
|
awe
|
achting; eerbied; ontzag; respect
|
|
deference
|
achting; eerbied; ontzag; respect
|
aanbidden; eerbied; eerbiedigen; ere; verering; verheerlijking; verheffen
|
distinction
|
aanzien; achting; niveau
|
deftigheid; distinctie; gedistingeerdheid; voornaamheid; welgemanierdheid
|
esteem
|
achting; eerbied; eerbiediging; hoogachting; ontzag; respect; waardering
|
|
estimation
|
achting; eerbied; eerbiediging; hoogachting; respect
|
becijfering; berekening; calculatie; gissing; inschatting; raming; schatting; taxatie; waardebepaling; waardeschatting
|
observance
|
achting; eerbied; ontzag; respect
|
eerbiediging; inachtneming; ontzien
|
rank
|
aanzien; achting; niveau
|
gelid; hiërarchie; rang; rangorde; rij; rij manschappen; volgorde
|
regard
|
achting; eerbied; eerbiediging; hoogachting; ontzag; respect; waardering
|
aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen
|
renown
|
aanzien; achting; niveau
|
in de mode zijn; populariteit
|
reputation
|
aanzien; achting; niveau
|
bekendheid; faam; naam; reputatie; roep
|
respect
|
achting; eerbied; eerbiediging; hoogachting; ontzag; respect; waardering
|
aanbidden; bewondering; eerbied; eerbiedigen; eerbiediging; ere; ontzien; verering; verheerlijking; verheffen
|
standing
|
aanzien; achting; niveau
|
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
esteem
|
|
achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; loven; prijzen; respecteren; roemen; vereren; zich lovend uitlaten
|
rank
|
|
classificeren; in het gelid stellen; rangschikken
|
regard
|
|
aangaan; achten; afwegen; beschouwen; betreffen; overdenken; overwegen; raken; slaan op
|
respect
|
|
achten; bewonderen; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; houden aan; respecteren
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
rank
|
|
godgeklaagd; hemeltergend; ranzig; schandaleus; ten hemel schreiend; zeer ergerlijk
|
standing
|
|
overeind; rechtop; staand; stilstaand
|