Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: broertje

Dutch and English Search Results for: broertje

Summary

Dutch to English: more detail...

broertje:
- little brother
broer:
- brother; friar; sib; sibling
Wiktionary:
- broertje → little brother
- broer → brother, bro
- broer → brother, friar

Dutch

Detailed Translations for broertje from Dutch to English

broertje:

broertje [het ~] nomen

het broertje
the little brother
- little brother [the ~] nomen

Translation Matrix for broertje:

Noun	Related Translations	Other Translations
little brother	broertje

Related Words for "broertje":

broertjes, broer

Wiktionary Translations for broertje:

broertje

noun

a sibling's younger brother
- little brother → broertje

broertje form of broer:

broer [de ~ (m)] nomen

de broer (broeder)
the brother; the friar
- brother [the ~] nomen
- friar [the ~] nomen
de broer (broer of zus; zus)
the sib; the sibling
– a person's brother or sister ¹
- sib [the ~] nomen
- sibling [the ~] nomen

Translation Matrix for broer:

Noun	Related Translations	Other Translations
brother	broeder; broer
friar	broeder; broer	broeder-onderwijzer; frater; kloosterbroeder; lekenbroeder; ordebroeder
sib	broer; broer of zus; zus
sibling	broer; broer of zus; zus	proces of knooppunt op hetzelfde niveau

Related Words for "broer":

broers, broertje

Antonyms for "broer":

zus; zuster

Related Definitions for "broer":

jongen of man met dezelfde ouders als jij²
- ik heb twee broers en een zus²

Wiktionary Translations for broer:

broer

noun

een mannelijk kind van dezelfde ouders
- broer → brother

broer

noun

male having parents in common
- brother → broeder; broer
male sibling
- brother → broer; broeder
brother; a male sibling
- bro → broer

Cross Translation:

From	To	Via
• broer	→ brother	↔ Bruder — männliches Geschwisterteil
• broer	→ brother; friar	↔ frère — Celui qui naître de même père et de même mère.