Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: geslaagd

Dutch and English Search Results for: geslaagd

Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. geslaagd:
  2. slagen:
  3. Wiktionary:

Dutch

Detailed Translations for geslaagd from Dutch to English

geslaagd:

geslaagd adj

  1. geslaagd (succesvol)
    successful; prosperous; with excellent results; fortunate; with good results

Translation Matrix for geslaagd:

NounRelated TranslationsOther Translations
fortunate mazzel; meevaller
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
fortunate geslaagd; succesvol fortuinlijk; gelukkig; voorspoedig; voorspoedig verlopend
prosperous geslaagd; succesvol blakend; bloeiend; florerend; florissant; gelukkig; gezond; in goeden doen; voorspoedig; voorspoedig verlopend; welgesteld; welvarend; zonder ziekte
successful geslaagd; succesvol gelukkig; voorspoedig; voorspoedig verlopend
ModifierRelated TranslationsOther Translations
with excellent results geslaagd; succesvol
with good results geslaagd; succesvol

Wiktionary Translations for geslaagd:

geslaagd
adjective
  1. characterized by success
  2. favorable
  3. resulting in success

slagen:

slagen [het ~] nomen

  1. het slagen (lukken; gelukken)
    the succeeding; the success; the working

slagen verb (slaag, slaagt, slaagde, slaagden, geslaagd)

  1. slagen (succes hebben)
    to be successful

Conjugations for slagen:

o.t.t.
  1. slaag
  2. slaagt
  3. slaagt
  4. slagen
  5. slagen
  6. slagen
o.v.t.
  1. slaagde
  2. slaagde
  3. slaagde
  4. slaagden
  5. slaagden
  6. slaagden
v.t.t.
  1. ben geslaagd
  2. bent geslaagd
  3. is geslaagd
  4. zijn geslaagd
  5. zijn geslaagd
  6. zijn geslaagd
v.v.t.
  1. was geslaagd
  2. was geslaagd
  3. was geslaagd
  4. waren geslaagd
  5. waren geslaagd
  6. waren geslaagd
o.t.t.t.
  1. zal slagen
  2. zult slagen
  3. zal slagen
  4. zullen slagen
  5. zullen slagen
  6. zullen slagen
o.v.t.t.
  1. zou slagen
  2. zou slagen
  3. zou slagen
  4. zouden slagen
  5. zouden slagen
  6. zouden slagen
diversen
  1. slaag!
  2. slaagt!
  5. geslaagd
  6. slagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for slagen:

NounRelated TranslationsOther Translations
succeeding gelukken; lukken; slagen
success gelukken; lukken; slagen succes; voorspoedigheid; welslagen; welstand; welvaart
working gelukken; lukken; slagen arbeid; functioneren; job; karwei; werken; werking
VerbRelated TranslationsOther Translations
be successful slagen; succes hebben
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
succeeding navolgend; onderstaande; opvolgend; volgende
working actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; druk; werkend; werkzaam

Related Words for "slagen":


Antonyms for "slagen":


Related Definitions for "slagen":

  1. goed lukken1
    • ik hoop maar dat het feest slaagt1
  2. het examen halen1
    • hij is geslaagd voor de havo1
  3. het met succes doen1
    • zij slaagde erin directeur te worden1

Wiktionary Translations for slagen:

slagen
verb
  1. iets bereiken
  2. het examen succesvol beëindigen
slagen
verb
  1. accomplish something completely and successfully
  2. go through any inspection or test successfully
Cross Translation:
FromToVia
• slagen → succeed ↔ gelingen — etwas erfolgreich zu Ende bringen
• slagen → complete; accomplish; manage; make ↔ schaffen — etwas zu Ende bringen, bestehen, eine Aufgabe bewältigen
• slagen → butt ↔ abouter — joindre (deux choses) bout à bout.
• slagen → reach; manage; catch; hit; run across; strike; attain; encounter; find; score; run up against; succeed; accomplish; get; achieve; arrive at ↔ parvenir — Arriver à un point donné à la suite d’un déplacement. (Sens général)
• slagen → succeed; manage; pass ↔ réussir — Avoir une bonne ou une mauvaise issue.







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0398 seconds
Page rendered in 1.0 seconds