Interglot - glooiing: Dutch and English Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Remove Ads

Summary

Dutch to English: more detail...

glooiing:
- incline; ramp; slope; inclination; descent; slip; talus; bank
Wiktionary:
- glooiing → inclination, slope
- glooiing → ramp, slope, embankment

Dutch

Detailed Translations for glooiing from Dutch to English

glooiing:

glooiing [de ~ (v)] nomen

de glooiing (glooiingshoek)
the incline; the ramp; the slope; the inclination; the descent; the slip
- incline [the ~] nomen
- ramp [the ~] nomen
- slope [the ~] nomen
- inclination [the ~] nomen
- descent [the ~] nomen
- slip [the ~] nomen
de glooiing (flauwe helling)
the inclination; the slope
- inclination [the ~] nomen
- slope [the ~] nomen
de glooiing (talud; helling; afgang; berm; dijkhelling)
the slope; the incline; the talus; the bank
- slope [the ~] nomen
- incline [the ~] nomen
- talus [the ~] nomen
- bank [the ~] nomen

Translation Matrix for glooiing:

Noun	Related Translations	Other Translations
bank	afgang; berm; dijkhelling; glooiing; helling; talud	bank; bankrelatie; handelsbank; oever; wal; waterkant
descent	glooiing; glooiingshoek	afdaling; afkomst; afstammen; afstamming; daling; herkomst; komaf; landing; origine; spruiten
inclination	flauwe helling; glooiing; glooiingshoek	confessie; declinatie; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; genegenheid; geneigdheid; gezindheid; gezindte; hang; inborst; inclinatie; neiging; overtuiging; strekking; temperament; tendens; vaststaande mening; vurigheid
incline	afgang; berm; dijkhelling; glooiing; glooiingshoek; helling; talud
ramp	glooiing; glooiingshoek
slip	glooiing; glooiingshoek	abuis; blunder; domheid; dwaling; flater; fout; giller; misgreep; misslag; onderbroek; onderjurk; overtrek; slip; slipje; spreekfout; vergissing; verspreking
slope	afgang; berm; dijkhelling; flauwe helling; glooiing; glooiingshoek; helling; talud
talus	afgang; berm; dijkhelling; glooiing; helling; talud
Verb	Related Translations	Other Translations
bank		op bankrekening zetten; sparen
incline		aflopen; flauw hellend aflopend; glooien; hellen; neigen; overhangen; overhellen; overhellen tot een denkwijze; tenderen naar; vervallen; voorover buigen; voorover hellen
slip		floepen; glibberen; glijden; glippen; onderuitgaan; ontglippen; ontschieten; ontvallen; per ongeluk zeggen; slippen; strompelen; uitglibberen; uitglijden; uitschieten; uitschuiven; wegglippen; wegschieten
slope		aflopen; flauw hellend aflopend; glooien; hellen; overhellen; vervallen; voorover buigen; voorover hellen

Related Words for "glooiing":

glooiingen

Wiktionary Translations for glooiing:

glooiing

noun

slant or slope
- inclination → helling; glooiing; glooiingshoek; inclinatie
degree to which a surface tends upward or downward
- slope → helling; steilte; glooiing

Cross Translation:

From	To	Via
• glooiing	→ ramp; slope; embankment	↔ talus — technique\|fr pente, inclinaison.

Remove Ads

Dutch and English Search Results for: glooiing

Detailed Translations for glooiing from Dutch to English

glooiing:

glooiing [de ~ (v)] nomen

de glooiing (glooiingshoek)

de glooiing (flauwe helling)

de glooiing (talud; helling; afgang; berm; dijkhelling)

Translation Matrix for glooiing:

Related Words for "glooiing":

Wiktionary Translations for glooiing: