Dutch
Detailed Translations for landheer from Dutch to English
landheer:
-
de landheer (grondbezitter; landbezitter; landeigenaar; grondeigenaar)
Translation Matrix for landheer:
Noun | Related Translations | Other Translations |
landed proprietor | grondbezitter; grondeigenaar; landbezitter; landeigenaar; landheer | |
landlord | grondbezitter; grondeigenaar; landbezitter; landeigenaar; landheer | café-eigenaar; herbergier; hospes; huisbaas; huisheer; huurbaas; kamerverhuurder; kastelein; kroegbaas; kroeghouder; pensionhouder; slotvoogd; verhuurder; verpachter; waard |
landowner | grondbezitter; grondeigenaar; landbezitter; landeigenaar; landheer | |
yeoman | grondbezitter; grondeigenaar; landbezitter; landeigenaar; landheer |