Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: zich wassen

Dutch and English Search Results for: zich wassen

Summary

Dutch to English: more detail...

zich wassen:
- Wiktionary:
  zich wassen → wash up

Dutch

Detailed Translations for zich wassen from Dutch to English

zich wassen: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

zich: himself; oneself; herself
was: laundry
wassen: clean; wash; purify; rinse out; flush away; thrive; grow; prosper; purification; cleaning; cleansing; washing; waxen; rising; swelling

Spelling Suggestions for: zich wassen

zich warmen; zich laven; zich wreken; zich haasten; zich baseren; zich wringen

Wiktionary Translations for zich wassen:

zich wassen

verb

wash one's hands and/or face (US)
- wash up → zich opfrissen; zich wassen

External Machine Translations:

Related Translations for zich wassen