Dutch
Detailed Translations for foutloos from Dutch to English
foutloos:
Translation Matrix for foutloos:
Verb | Related Translations | Other Translations |
perfect | afmaken; bijschaven; completeren; perfectioneren; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltooien | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
faultless | feilloos; foutloos; zuiver | correct; keurig; loepzuiver; onberispelijk; onbesproken |
flawless | feilloos; foutloos; perfect; volmaakt; zuiver | gaaf; loepzuiver; onaangetast; puntgaaf |
infallible | feilloos; foutloos; zuiver | loepzuiver; onfeilbaar |
perfect | foutloos; perfect; volmaakt | briljant; correct; degelijk; diepgaand; diepgravend; eersteklas; eersterangs; excellent; gaaf; grondig; helemaal; hoogwaardig; ideaal; keurig; niet oppervlakkig; onaangetast; onberispelijk; onbesproken; patent; perfect; perfekt; prima; puik; puntgaaf; subliem; superbe; top; tot de beste klasse behorend; totaal; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; van goede kwaliteit; volkomen; volleerd; volmaakt; voortreffelijk |
unfailing | feilloos; foutloos; zuiver |
External Machine Translations: