Summary
Dutch
Detailed Translations for wrijven from Dutch to English
wrijven:
Conjugations for wrijven:
o.t.t.
- wrijf
- wrijft
- wrijft
- wrijven
- wrijven
- wrijven
o.v.t.
- wreef
- wreef
- wreef
- wreven
- wreven
- wreven
v.t.t.
- heb gewreven
- hebt gewreven
- heeft gewreven
- hebben gewreven
- hebben gewreven
- hebben gewreven
v.v.t.
- had gewreven
- had gewreven
- had gewreven
- hadden gewreven
- hadden gewreven
- hadden gewreven
o.t.t.t.
- zal wrijven
- zult wrijven
- zal wrijven
- zullen wrijven
- zullen wrijven
- zullen wrijven
o.v.t.t.
- zou wrijven
- zou wrijven
- zou wrijven
- zouden wrijven
- zouden wrijven
- zouden wrijven
diversen
- wrijf!
- wrijft!
- gewreven
- wrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for wrijven:
Noun | Related Translations | Other Translations |
polish | glans; glanslaag | |
strike | aanboren; gestaak; opvallen; staken; staking; werkonderbreking; werkstaking | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
brush up | opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven | gladmaken; gladwrijven |
polish | opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven | effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; gladwrijven; polijsten; politoeren |
rub | wrijven | |
shine up | opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven | aansteken; aanstrijken; doen ontvlammen |
smudge | opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven | |
strike | opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven | aansteken; beroeren; doen branden; een klap geven; frapperen; grijpen; het werk neerleggen als protest; in staking gaan; in staking zijn; ontroeren; ontsteken; raken; slaan; staken; toeslaan; treffen; vuur maken; werkonderbreken |