Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: huiselijk

Dutch and English Search Results for: huiselijk

Summary

Dutch to English: more detail...

huiselijk:
- cosy; snugly; cosily; snug; cozily; cozy
Wiktionary:
- huiselijk → domestic, home, household
User Contributed Translations for huiselijk:
- residential

Dutch

Detailed Translations for huiselijk from Dutch to English

huiselijk:

huiselijk adj

huiselijk (knus; gezellig; knusjes)
cosy; snugly; cosily; snug; cozily; cozy
- cosy adj, engelsk
- snugly adv
- cosily adv, engelsk
- snug adj
- cozily adv, amerikan
- cozy adj, amerikan

Translation Matrix for huiselijk:

Adjective	Related Translations	Other Translations
cosy	gezellig; huiselijk; knus; knusjes	aangenaam; behaaglijk; gezellig; knus; onderhoudend; plezierig; sfeervol; sociabel
cozy	gezellig; huiselijk; knus; knusjes	aangenaam; behaaglijk; gezellig; knus; onderhoudend; plezierig; sfeervol; sociabel
snug	gezellig; huiselijk; knus; knusjes	aangenaam; behaaglijk; knus
Adverb	Related Translations	Other Translations
cosily	gezellig; huiselijk; knus; knusjes
cozily	gezellig; huiselijk; knus; knusjes
snugly	gezellig; huiselijk; knus; knusjes

Related Words for "huiselijk":

huiselijkheid, huiselijker, huiselijkere, huiselijkst, huiselijkste, huiselijke

Wiktionary Translations for huiselijk:

Cross Translation:

From	To	Via
• huiselijk	→ domestic; home; household	↔ domestique — Qui est de la maison

User Translations:

Word	Translation	Votes
huiselijk	residential	6

External Machine Translations:

Related Translations for huiselijk

huiselijk leven