Summary
Dutch to English: more detail...
- onzinnigheid:
- onzinnig:
-
Wiktionary:
- onzinnigheid → absurdity, nonsense, rubbish
- onzinnig → absurd, irrational, insensate
- onzinnig → aberrant, absurd, preposterous, nonsensical, unreasonable
Dutch
Detailed Translations for onzinnigheid from Dutch to English
onzinnigheid:
-
de onzinnigheid (ongerijmdheid; absurditeit; dwaasheid; idioterie; onverstand)
-
de onzinnigheid (onvruchtbaarheid; vruchteloos)
Translation Matrix for onzinnigheid:
Related Words for "onzinnigheid":
Wiktionary Translations for onzinnigheid:
onzinnig:
Translation Matrix for onzinnig:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
mindless | nutteloos; onzinnig; zinloos | bokkig; daas; dof; dom; dwars; geesteloos; koppig; langdradig; mat; onverstandig; saai; soezerig; stijfhoofdig; stom; suf; taai; versuft; weerbarstig; weerspannig; zonder afleiding |
nonsensical | onzinnig | kolderiek |
ridiculous | onzinnig | absurd; achterlijk; belachelijk; bespottelijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; lachwekkend; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; ridicuul; stupide; typisch; vreemd; zot |
senseless | nutteloos; onzinnig; zinloos | bedwelmd; bewusteloos; dom; dwaas; idioot; nutteloos; onbezonnen; onverstandig; onwijs; redeloos; stom; suf; verstandeloos; zinledig; zinloos; zonder nut; zonder verstand |
useless | nutteloos; onzinnig; zinloos | nutteloos; onbruikbaar; onnut; waardeloos; zinloos; zonder nut |
Related Words for "onzinnig":
Synonyms for "onzinnig":
Related Definitions for "onzinnig":
Wiktionary Translations for onzinnig:
onzinnig
Cross Translation:
adjective
onzinnig
-
zonder enige betekenis of nut
- onzinnig → absurd
adjective
-
unfounded or nonsensical
-
senseless; foolish; irrational
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• onzinnig | → aberrant | ↔ aberrant — Qui diffère de la normale. |
• onzinnig | → absurd; preposterous; nonsensical | ↔ absurde — Qui est contre le sens commun. |
• onzinnig | → unreasonable | ↔ déraisonnable — Qui n’être pas raisonnable. |