Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. kwijting:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kwijting from Dutch to English

kwijting:

kwijting [de ~ (v)] nomen

  1. de kwijting
    the discharge

Translation Matrix for kwijting:

NounRelated TranslationsOther Translations
discharge kwijting afdanken; afschaffen; afvoer; afwatering; decharge; emissie; loslating; lossing; lozing; ontlading; ontslaan; ontslaan van werknemers; ontslag; plotselinge uitbarsting; uit de dienst ontslaan; uitlading; uitstoot; vrijlating; waterafvoer
VerbRelated TranslationsOther Translations
discharge aan de dijk zetten; afdanken; afladen; afscheiden; afvloeien; afvoeren; congé geven; dwingen ontslag te nemen; eruit gooien; iets uitladen; kwijten; lossen; lozen; ontheffen; ontladen; ontslaan; pasporteren; uitscheiden; uitstoten; uitsturen; uitwerpen; van zijn positie verdrijven; verzenden; wegsturen; wegzenden

Related Words for "kwijting":

  • kwijtingen

Wiktionary Translations for kwijting:


Cross Translation:
FromToVia
kwijting acquittal; cancellation; absolution acquittementaction d’acquitter, en parlant de dette ou d’engagements.