Noun | Related Translations | Other Translations |
disguise
|
|
dekmantel; façade; masker; schijn; verkleding; vermomming; voorkomen
|
hide
|
|
huid; vel
|
hush up
|
|
verberging; verborgene; verheling; verhulling; verzwijging
|
nick
|
|
inkeping; inkerving; keep; kerf; kerfsnede
|
pinch
|
|
afsnoepen; kneep; knijpbeweging; knijpen
|
reserve
|
|
bedeesdheid; gereserveerdheid; geslotenheid; reserve; reservist; schroom; schuwheid; terughoudendheid; timiditeit; verlegenheid
|
snitch
|
|
snufferd
|
steal
|
|
afsnoepen
|
veil
|
|
sluier; voile
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
blur
|
achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen
|
bedekken; bedoezelen; bemantelen; camoufleren; hullen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren
|
conceal
|
achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhelen; verhullen; versluieren; verstoppen; verzwijgen; wegstoppen
|
bedekken; bemantelen; camoufleren; hullen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren
|
disguise
|
achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen
|
camoufleren; in omgeving op laten gaan; verbloemen; verkleden; vermommen
|
gloss over
|
achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen
|
bagatelliseren; vergoelijken
|
hide
|
achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen
|
bescherming zoeken; schuilen; toevluchten; uitwijken; verbergen; verschuilen; verstoppen; wegkruipen
|
hush up
|
achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen
|
doodzwijgen; volkomen negeren
|
mantle
|
achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen
|
bedekken; bemantelen; camoufleren; hullen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren
|
nick
|
achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken
|
achteroverdrukken; afnemen; benemen; creneleren; gappen; inpikken; insnijden; jatten; kapen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken
|
pinch
|
achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken
|
achteroverdrukken; afnemen; afpakken; aftroggelen; benemen; bietsen; drukken; gappen; grissen; inpikken; jatten; kapen; knellen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; strak zitten; toeëigenen; vastknijpen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken
|
put aside
|
achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden
|
bespreken; opzijzetten; reis boeken; reserveren; vastleggen; voorbehouden
|
put away
|
achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden
|
bergen; bespreken; bewaren; nuttigen; opbergen; opruimen; opzij leggen; reis boeken; reserveren; stallen; van zich afzetten; vastleggen; verschalken; voorbehouden; wegbergen; wegsluiten; wegsteken; wegstoppen; wegzetten
|
reserve
|
achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden
|
bespreken; reis boeken; reserveren; vastleggen; voorbehouden
|
restrain
|
achterhouden; geen afstand doen van; houden; inhouden
|
afhouden; bedwingen; beheersen; beletten; beteugelen; dempen; ervanaf houden; in bedwang houden; intomen; matigen; temperen; weerhouden; zich matigen
|
set aside
|
achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden
|
bespreken; opzijzetten; reis boeken; reserveren; vastleggen; voorbehouden
|
snitch
|
achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken
|
achteroverdrukken; afnemen; benemen; gappen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken
|
steal
|
achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken
|
achteroverdrukken; afnemen; afsnoepen; benemen; floepen; gappen; glippen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontstelen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegglippen; weggraaien; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken
|
suppress
|
achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen
|
bedwingen; beteugelen; de kop indrukken; in bedwang houden; onderdrukken; terughouden
|
veil
|
achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen
|
bedekken; bemantelen; camoufleren; hullen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; verbloemen; verhullen; versluieren
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
put aside
|
|
gereserveerd; opzijgezet
|
set aside
|
|
gereserveerd; opzijgezet
|