Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. asielzoeker:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for asielzoeker from Dutch to English

asielzoeker:

asielzoeker [de ~ (m)] nomen

  1. de asielzoeker (vluchteling; uitgewekene)
    the asylum seeker; the refugee; the exile

Translation Matrix for asielzoeker:

NounRelated TranslationsOther Translations
asylum seeker asielzoeker; uitgewekene; vluchteling
exile asielzoeker; uitgewekene; vluchteling balling; banneling; refugié; verstotene; vluchteling
refugee asielzoeker; uitgewekene; vluchteling deserteur; drukker; refugié; vluchteling; vluchtelinge; wegloper
VerbRelated TranslationsOther Translations
exile bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen

Related Words for "asielzoeker":

  • asielzoekers

Wiktionary Translations for asielzoeker:


Cross Translation:
FromToVia
asielzoeker asylum seeker Asylbewerber — ein Mensch, der in einem fremden Land um Aufnahme und Schutz vor politischer Verfolgung bittet; jemand, der einen Asylantrag stellt