Dutch
Detailed Translations for begunstigen from Dutch to English
begunstigen:
-
begunstigen (voortrekken; bevoordelen; voorschuiven)
Conjugations for begunstigen:
o.t.t.
- begunstig
- begunstigt
- begunstigt
- begunstigen
- begunstigen
- begunstigen
o.v.t.
- begunstigde
- begunstigde
- begunstigde
- begunstigden
- begunstigden
- begunstigden
v.t.t.
- heb begunstigd
- hebt begunstigd
- heeft begunstigd
- hebben begunstigd
- hebben begunstigd
- hebben begunstigd
v.v.t.
- had begunstigd
- had begunstigd
- had begunstigd
- hadden begunstigd
- hadden begunstigd
- hadden begunstigd
o.t.t.t.
- zal begunstigen
- zult begunstigen
- zal begunstigen
- zullen begunstigen
- zullen begunstigen
- zullen begunstigen
o.v.t.t.
- zou begunstigen
- zou begunstigen
- zou begunstigen
- zouden begunstigen
- zouden begunstigen
- zouden begunstigen
diversen
- begunstig!
- begunstigt!
- begunstigd
- begunstigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for begunstigen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
favor | begunstiging; bevoorrechting; dienst; gunst | |
favour | begunstiging; bevoorrechting; dienst; gunst | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
favor | begunstigen; bevoordelen; voorschuiven; voortrekken | bevoorrechten; iemand begunstigen; voorrechten toekennen; voorschuiven; voortrekken |
favour | begunstigen; bevoordelen; voorschuiven; voortrekken | bevoorrechten; iemand begunstigen; voorrechten toekennen; voorschuiven; voortrekken |
give preference | begunstigen; bevoordelen; voorschuiven; voortrekken | bevoorrechten; voorrechten toekennen |
Wiktionary Translations for begunstigen:
begunstigen
verb
-
to provide with an edge
External Machine Translations: