Summary
Dutch to English: more detail...
- filiaal:
-
Wiktionary:
- filiaal → branch, subsidiary
- filiaal → branch
-
User Contributed Translations for filiaal:
- filial
Dutch
Detailed Translations for filiaal from Dutch to English
filiaal:
-
het filiaal (bijkantoor; hulpkantoor; agentschap)
-
het filiaal
-
het filiaal
Translation Matrix for filiaal:
Noun | Related Translations | Other Translations |
branch | agentschap; bijkantoor; filiaal; hulpkantoor | afdeling; bedrijfstak; beroepsgroep; boomtak; branche; branche-element; deelsoort; departement; detachement; economische sector; ent; loot; sectie; tak; takje; twijg; vakgroep; vertakking; voorwaardelijke branche; zijtak |
branch office | agentschap; bijkantoor; filiaal; hulpkantoor | |
chain store | agentschap; bijkantoor; filiaal; hulpkantoor | grootwinkelbedrijf |
multiple shop | agentschap; bijkantoor; filiaal; hulpkantoor | |
multiple store | agentschap; bijkantoor; filiaal; hulpkantoor | filiaalbedrijf; grootwinkelbedrijf; keten; winkelketen |
sub-office | agentschap; bijkantoor; filiaal; hulpkantoor | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
branch | aftakken; uitvoeren als vertakking; vertakken; vertakking |
Related Words for "filiaal":
Wiktionary Translations for filiaal:
filiaal
Cross Translation:
noun
filiaal
-
een pand in een reeks van panden
- filiaal → branch
noun
-
office of an organization with several locations
-
company owned by a parent company or a holding company
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• filiaal | → branch | ↔ Filiale — Zweigstelle |
• filiaal | → branch | ↔ succursale — Tout établissement subordonner à un autre et créer pour le seconder. |