Summary
Dutch
Detailed Translations for buigbaar from Dutch to English
buigbaar:
Translation Matrix for buigbaar:
Noun | Related Translations | Other Translations |
plastic | plastic | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
flexible | buigbaar; flexibel; soepel | buigzaam; flexibel; gedwee; gewillig; inschikkelijk; lenig; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend |
plastic | buigbaar; flexibel; soepel | kneedbaar; plastic; plastisch; vormbaar; vormgevend |
pliable | buigbaar; flexibel; soepel | aanspreekbaar; beleefd; benaderbaar; beschaafd; gedwee; gemanierd; genaakbaar; gewillig; inschikkelijk; kneedbaar; meegaand; onderworpen; plooibaar; soepel; toegankelijk; toegeeflijk; toegevend; toeschietelijk; volgzaam; voorkomend; vormbaar; vouwbaar; wellevend; welopgevoed |
supple | buigbaar; flexibel; soepel | buigzaam; flexibel; lenig; meegaand; soepel |
Related Words for "buigbaar":
External Machine Translations: