Noun | Related Translations | Other Translations |
exquisite
|
|
beste; uitgelezene
|
sole
|
|
schoenzool; tong; tongschar; zeetong; zool
|
special
|
|
special; themanummer
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
separate
|
|
afscheiden; afsplitsen; afzonderen; apart zetten; delen; hakken; in stukken hakken; isoleren; loskoppelen; opdelen; opsplitsen; scheiden; separeren; splitsen; uit elkaar gaan; uit elkaar halen; uiteengaan; uiteenhalen; uitsplitsen; van elkaar gaan
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
exclusive
|
apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
|
buiten; dierbaar; exclusief; favoriete; geselecteerd; lievelings; select; toegenegen; verkoren; zonder
|
exquisite
|
apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
|
glorierijk; heel mooi; heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; overheerlijk; prachtig; reuzelekker; riant; schitterend; smakelijk; uitgelezen; verrukkelijk; zalig
|
incomparable
|
apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
|
|
inimitable
|
apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
|
onnavolgbaar
|
isolated
|
apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
|
afgezonderd; afzonderlijk; alleenstaand; apart; desolaat; eenzaam; gescheiden; geïsoleerd; in quarantaine; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; verlaten; vrijstaand
|
one and only
|
apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
|
|
separate
|
apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
|
afzonderlijk; alleenstaand; apart; besloten; gescheiden; geïsoleerd; los van elkaar; losstaand; op zich; op zichzelf staand; privé; separaat; vrijstaand
|
sole
|
apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
|
eenmalig; enkel; uniek
|
special
|
apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; exclusief; extreem; heel erg; hogelijk; speciaal; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
unique
|
apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
|
eenmalig; ongemeen; ongewoon; raar; schaars; uitzonderlijk; uniek; zelden; zeldzaam
|
unparalleled
|
apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
|
ongekend; ongeëvenaard; onnavolgbaar; onovertroffen; onvergelijkelijk; onvolprezen; uitstekend; weergaloos
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
on its own
|
apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
|
afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; geïsoleerd; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand
|
once in a life time
|
apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
|
eenmalig; uniek
|
the one and only
|
apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
|
|