Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. toerusten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for toerusten from Dutch to English

toerusten:

toerusten verb (rust toe, rustte toe, rustten toe, toegerust)

  1. toerusten (uitrusten; zich uitrusten)
    to fit out; to prepare; to kit out; to rig out
    • fit out verb (fits out, fitted out, fitting out)
    • prepare verb (prepares, prepared, preparing)
    • kit out verb (kits out, kitted out, kitting out)
    • rig out verb (rigs out, rigged out, rigging out)

Conjugations for toerusten:

o.t.t.
  1. rust toe
  2. rust toe
  3. rust toe
  4. rusten toe
  5. rusten toe
  6. rusten toe
o.v.t.
  1. rustte toe
  2. rustte toe
  3. rustte toe
  4. rustten toe
  5. rustten toe
  6. rustten toe
v.t.t.
  1. heb toegerust
  2. hebt toegerust
  3. heeft toegerust
  4. hebben toegerust
  5. hebben toegerust
  6. hebben toegerust
v.v.t.
  1. had toegerust
  2. had toegerust
  3. had toegerust
  4. hadden toegerust
  5. hadden toegerust
  6. hadden toegerust
o.t.t.t.
  1. zal toerusten
  2. zult toerusten
  3. zal toerusten
  4. zullen toerusten
  5. zullen toerusten
  6. zullen toerusten
o.v.t.t.
  1. zou toerusten
  2. zou toerusten
  3. zou toerusten
  4. zouden toerusten
  5. zouden toerusten
  6. zouden toerusten
en verder
  1. ben toegerust
  2. bent toegerust
  3. is toegerust
  4. zijn toegerust
  5. zijn toegerust
  6. zijn toegerust
diversen
  1. rust toe!
  2. rust toe!
  3. toegerust
  4. toerustend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for toerusten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
fit out toerusten; uitrusten; zich uitrusten optooien; outilleren; zich uitdossen; zich uitmonsteren
kit out toerusten; uitrusten; zich uitrusten
prepare toerusten; uitrusten; zich uitrusten bereiden; bijbrengen; brouwen; doceren; gereed maken; gereedmaken; iets toebereiden; in het leven roepen; inlichten; inwerken; klaarmaken; maken; onderrichten; onderwijzen; prepareren; scheppen; toebereiden; voorbereiden; voorbereiden op; voorbereiding treffen; voorbereidingen treffen; voorbewerken; voorlichten; voorwerken
rig out toerusten; uitrusten; zich uitrusten

Wiktionary Translations for toerusten:

toerusten
verb
  1. toerusten

Cross Translation:
FromToVia
toerusten equip; outfit; fit out; accoutre équiper — Pourvoir un vaisseau