Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. interesse:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for interesse from Dutch to English

interesse:

interesse [de ~ (v)] nomen

  1. de interesse (geboeidheid; belangstelling; animo; zin; fascinatie)
    the interest; the fervour; the fascination; the fervor
  2. de interesse (belangstelling; aandacht)
    the interest

Translation Matrix for interesse:

NounRelated TranslationsOther Translations
fascination animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aanvechting; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; fascinatie; seductie; temptatie; verleiding; verlokking; verovering; verzoeking
fervor animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin elan; felheid; genegenheid; gloed; heftigheid; hevigheid; ijver; ijverigheid; innigheid; intensiteit; kracht; liefde; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; pit; vlam; vlijt; vlijtigheid; vuur; werklust; werkzaamheid
fervour animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin elan; felheid; genegenheid; gloed; heftigheid; hevigheid; ijver; ijverigheid; innigheid; intensiteit; kracht; liefde; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; pit; vlam; vlijt; vlijtigheid; vuur; werklust; werkzaamheid
interest aandacht; animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin interesseren; interest; rente
VerbRelated TranslationsOther Translations
interest belangstelling opwekken; interesseren

Related Words for "interesse":

  • interesses

Wiktionary Translations for interesse:

interesse
noun
  1. belang
  2. belangstelling
  3. iets waar belangstelling voor is
interesse
noun
  1. attention that is given to or received from someone or something
  2. great attention and concern from someone

Cross Translation:
FromToVia
interesse interest Interesse — Gefühl oder Einstellung, von etwas mehr wissen zu wollen
interesse interest Interesse — Tätigkeit, die man mag und in seiner Freizeit ausübt

Related Translations for interesse