Dutch
Detailed Translations for voorgevel from Dutch to English
voorgevel:
Translation Matrix for voorgevel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
face | gevel; pui; voorgevel; voorzijde | aangezicht; bakkes; bek; facie; front; gelaat; gezicht; letterbeeld; muil; ponum; porum; smoel; smoelwerk; snoet; snuit; tater; tronie; vlak; voorkant; voorzijde; waffel |
façade | façade; front; gevel; pui; voorgevel; voorkant | dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen |
front | façade; front; gevel; pui; voorgevel; voorkant | aangezicht; dekmantel; front; frontlijn; gevechtslinie; vooreind; vooreinde; voorkant; voorkanten; voorste gedeelte; voorzijde; vuurlijn |
frontage | gevel; pui; voorgevel; voorzijde | front; gevelbreedte |
housefront | façade; front; gevel; pui; voorgevel; voorkant | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
face | confronteren; hoofd bieden; onder ogen zien; trotseren |