Dutch

Detailed Translations for voornaamste from Dutch to English

voornaamste:

voornaamste adj

  1. voornaamste (hoofd)

voornaamste [znw.] nomen

  1. voornaamste (belangrijkste; hoofdzaak)
    the prominent; the most important point; the main point; the main thing

Translation Matrix for voornaamste:

NounRelated TranslationsOther Translations
main point belangrijkste; hoofdzaak; voornaamste belangrijkste punt; centrale doelstelling; hoofddoel; hoofdpunt
main thing belangrijkste; hoofdzaak; voornaamste belangrijkste punt; hoofdpunt
most important point belangrijkste; hoofdzaak; voornaamste
principal baas; beveiligingsprincipal; directrice; hoofd; hoofdonderwijzer; hoofdschuldige; lastgever; meerdere; meester; opdrachtgever; opdrachtgevers; patroon; principal; rector; schooldirecteur; schoolhoofd; superieur
prominent belangrijkste; hoofdzaak; voornaamste belangrijkste punt; hoofdpunt
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
principal hoofd; voornaamste cruciaal; kardinaal; voornaamst
prominent aanzienlijk; befaamd; deftig; eruitspringend; fier; geacht; gedistingeerd; hooggeplaatst; hooggezeten; indrukwekkend; invloedrijk; majestueus; naar voren staand; nobel; opvallend; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; prominent; statig; trots; uitspringend; uitsteken; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam; vooruitspringend; vooruitstekend; vorstelijk

Related Words for "voornaamste":


Wiktionary Translations for voornaamste:

voornaamste
adjective
  1. principal
  2. that which is placed ahead of others
  3. first in time, order, or sequence
  4. first in importance, degree, or rank
  5. primary, main

Cross Translation:
FromToVia
voornaamste main; principal principal — Qui est le premier, le plus considérable, le plus remarquable en son genre.

voornaam:

voornaam [de ~ (m)] nomen

  1. de voornaam (doopnaam)
    the first name; the Christian name
  2. de voornaam
    the first name
    – The given name for an individual. 1

Translation Matrix for voornaam:

NounRelated TranslationsOther Translations
Christian name doopnaam; voornaam
first name doopnaam; voornaam
leading aanvoeren; aanvoering; besturen; interlinie; leiding; leidinggeven; regelafstand; voorgaan
prominent belangrijkste; belangrijkste punt; hoofdpunt; hoofdzaak; voornaamste
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
aristocratic deftig; gedistingeerd; vooraanstaand; voornaam aanzienlijk; deftig; edel; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; van adel; vorstelijk
dignified deftig; gedistingeerd; vooraanstaand; voornaam beschaafd; fatsoenlijk; menswaardig; netjes; welgemanierd; welopgevoed
distinguished aanzienlijk; adelijk; beroemd; deftig; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; vooraanstaand; voornaam aanzienlijk; deftig; elegant; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; sierlijk; statig; trots; vorstelijk
eminent befaamd; deftig; geacht; gedistingeerd; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam aanzienlijk; befaamd; deftig; fier; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; prominent; statig; trots; vooraanstaand; vooraanstaande; vorstelijk
grand deftig; gedistingeerd; vooraanstaand; voornaam aanzienlijk; deftig; fantastisch; fenomenaal; fier; geweldig; grandioos; groots; imponerend; imposant; indrukwekkend; magnifiek; majestueus; nobel; ontzagwekkend; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; puik; royaal; schitterend; statig; trots; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk; vorstelijk
illustrious aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam doorluchtige; glorierijk; heilig; roemrucht; verheerlijkt; zalig
leading befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam aanvoerend; befaamd; dominant; eerste; geacht; gezaghebbend; hooggeplaatst; hooggezeten; leidend; maatgevend; prominent; toonaangevend; vooraan; vooraanstaand; vooraanstaande; voorin; voorop
noteworthy aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; noemenswaardig; ongewoon; typisch; vermeldenswaard; vermeldenswaardig; vreemd; zonderling
prominent befaamd; deftig; geacht; gedistingeerd; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam aanzienlijk; befaamd; deftig; eruitspringend; fier; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; indrukwekkend; invloedrijk; majestueus; naar voren staand; nobel; opvallend; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; prominent; statig; trots; uitspringend; uitsteken; vooraanstaand; vooraanstaande; vooruitspringend; vooruitstekend; vorstelijk
renowned aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam befaamd; beroemd; erkend; fameus; gerenommeerd; glorierijk; heilig; verheerlijkt; wereldberoemd; zalig
stately aanzienlijk; adelijk; beroemd; deftig; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; vooraanstaand; voornaam ambtelijk; deftig; eerbiedwaardig; formeel; officieel; plechtig; plechtstatig; ruim; statig; waardig; weids; zeer plechtig
venerable befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande
weighty aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam loden; loodzwaar
- belangrijk; relevant
ModifierRelated TranslationsOther Translations
high ranking aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam
highranking befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam hoogverheven

Related Words for "voornaam":


Synonyms for "voornaam":


Related Definitions for "voornaam":

  1. van grote betekenis2
    • de voornaamste reden om niet mee te doen is mijn ziekte2
  2. deftig2
    • wij wonen in een voorname buurt2
  3. naam die vóór je familienaam staat2
    • zijn voornaam is Jan2

Wiktionary Translations for voornaam:

voornaam
noun
  1. naam die bij de geboorte aan een persoon wordt gegeven, en die aan de familienaam voorafgaat.
voornaam
noun
  1. name chosen for a child by its parents
  2. a name that precedes surname
  3. name chosen by parents

Cross Translation:
FromToVia
voornaam forename; first name; Christian name; given name Vorname — ein von den Eltern individuell ausgesuchter Name
voornaam aristocratic aristocratique — Qui appartenir à l’aristocratie.
voornaam important; considerable considérable — Qui attirer la considération par l’autorité, l’influence morale ou sociale.
voornaam given name; forename; first name; front name; Christian name prénom — Nom particulier officiel

External Machine Translations:

Related Translations for voornaamste