Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. staatsbestel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for staatsbestel from Dutch to English

staatsbestel:

staatsbestel [het ~] nomen

  1. het staatsbestel (regime; bewind; regeringsstelsel)
    the regime; the reign; the government; the rule; the leadership; the rule of life

Translation Matrix for staatsbestel:

NounRelated TranslationsOther Translations
government bewind; regeringsstelsel; regime; staatsbestel autoriteiten; bestuursapparaat; bewind; gezag; gouvernement; kabinet; landsregering; openbaar gezag; overheid; regering; regeringsapparaat; rijksbestuur; staatsbestuur
leadership bewind; regeringsstelsel; regime; staatsbestel
regime bewind; regeringsstelsel; regime; staatsbestel dieet; lijnen; regime
reign bewind; regeringsstelsel; regime; staatsbestel dynastie; geslacht; regentschap
rule bewind; regeringsstelsel; regime; staatsbestel dienstvoorschrift; filter; gezag; macht; overheersing; regel; regentschap; reglement; richtlijn; richtsnoer; stelregel; voorschrift; wetmatigheid
rule of life bewind; regeringsstelsel; regime; staatsbestel basis; basisbeginsel; beginsel; fundament; grondbeginsel; grondbegrip; grondregel; grondslag; grondstelling; hoeksteen; ideologie; leefregel; principe; stelregel; uitgangspunt
VerbRelated TranslationsOther Translations
reign gezaghebben; heersen; heersen van griep; macht uitoefenen; overheersen; regeren; verspreiden van ziekte
rule bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; gezaghebben; heersen; heersen van griep; macht uitoefenen; opdragen; overheersen; regeren; verordenen; verordonneren; verspreiden van ziekte

Wiktionary Translations for staatsbestel:

staatsbestel
noun
  1. an organizational structure of the government
  2. politically organized unit