Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. uitkomen op:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for uitkomen op from Dutch to English

uitkomen op:

uitkomen op verb (kom uit op, komt uit op, kwam uit op, kwamen uit op, uitgekomen op)

  1. uitkomen op (eindigen op)
    to end up; to come; to arrive at
    • end up verb (ends up, ended up, ending up)
    • come verb (comes, came, coming)
    • arrive at verb (arrives at, arrived at, arriving at)

Conjugations for uitkomen op:

o.t.t.
  1. kom uit op
  2. komt uit op
  3. komt uit op
  4. komen uit op
  5. komen uit op
  6. komen uit op
o.v.t.
  1. kwam uit op
  2. kwam uit op
  3. kwam uit op
  4. kwamen uit op
  5. kwamen uit op
  6. kwamen uit op
v.t.t.
  1. ben uitgekomen op
  2. bent uitgekomen op
  3. is uitgekomen op
  4. zijn uitgekomen op
  5. zijn uitgekomen op
  6. zijn uitgekomen op
v.v.t.
  1. was uitgekomen op
  2. was uitgekomen op
  3. was uitgekomen op
  4. waren uitgekomen op
  5. waren uitgekomen op
  6. waren uitgekomen op
o.t.t.t.
  1. zal uitkomen op
  2. zult uitkomen op
  3. zal uitkomen op
  4. zullen uitkomen op
  5. zullen uitkomen op
  6. zullen uitkomen op
o.v.t.t.
  1. zou uitkomen op
  2. zou uitkomen op
  3. zou uitkomen op
  4. zouden uitkomen op
  5. zouden uitkomen op
  6. zouden uitkomen op
diversen
  1. kom uit op!
  2. komt uit op!
  3. uitgekomen op
  4. uitkomend op
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitkomen op:

VerbRelated TranslationsOther Translations
arrive at eindigen op; uitkomen op resultaat; resulteren; tot gevolg hebben; uitmonden
come eindigen op; uitkomen op ejaculeren; klaarkomen; komen
end up eindigen op; uitkomen op geraken; resultaat; resulteren; terecht komen; tot gevolg hebben; uitmonden

Wiktionary Translations for uitkomen op:

uitkomen op
verb
  1. to total or evaluate
  2. to equal after calculation
  3. (intransitive) to amount to

Related Translations for uitkomen op