Summary
Dutch to English: more detail...
- onsmakelijk:
-
Wiktionary:
- onsmakelijk → unpalatable, unsavory
Dutch
Detailed Translations for onsmakelijk from Dutch to English
onsmakelijk:
-
onsmakelijk (onappetijtelijk; walgelijk)
Translation Matrix for onsmakelijk:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
repulsive | onappetijtelijk; onsmakelijk; walgelijk | afschuwelijk; afstotelijk; afstotelijk voor zintuigen; afstotend; afstotend voor zintuigen; goor; lelijk; misselijkmakend; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend |
unappetising | onappetijtelijk; onsmakelijk; walgelijk | |
unappetizing | onappetijtelijk; onsmakelijk; walgelijk | |
unsavory | onappetijtelijk; onsmakelijk; walgelijk | banaal; flauw; grof; laag-bij-de-grond; lomp; muf; onfris; onverkwikkelijk; plat; platvloers; schunnig; smakeloos; stuitend; triviaal; vunzig; zonder smaak; zouteloos |
unsavoury | onappetijtelijk; onsmakelijk; walgelijk | banaal; flauw; grof; laag-bij-de-grond; lomp; muf; onfris; onverkwikkelijk; plat; platvloers; schunnig; smakeloos; stuitend; triviaal; vunzig; zonder smaak; zouteloos |
Related Words for "onsmakelijk":
Wiktionary Translations for onsmakelijk:
onsmakelijk
adjective
-
unpleasant to the taste
-
disreputable