Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. inprenten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for inprenten from Dutch to English

inprenten:

inprenten verb (prent in, prentte in, prentten in, ingeprent)

  1. inprenten (op het hart drukken)
    to imprint; to instil; to impress; to encode; to get through; to instill
    • imprint verb (imprints, imprinted, imprinting)
    • instil verb, engelsk (instils, instilled, instilling)
    • impress verb (impresses, impressed, impressing)
    • encode verb (encodes, encoded, encoding)
    • get through verb (gets through, got through, getting through)
    • instill verb, amerikan

Conjugations for inprenten:

o.t.t.
  1. prent in
  2. prent in
  3. prent in
  4. prenten in
  5. prenten in
  6. prenten in
o.v.t.
  1. prentte in
  2. prentte in
  3. prentte in
  4. prentten in
  5. prentten in
  6. prentten in
v.t.t.
  1. heb ingeprent
  2. hebt ingeprent
  3. heeft ingeprent
  4. hebben ingeprent
  5. hebben ingeprent
  6. hebben ingeprent
v.v.t.
  1. had ingeprent
  2. had ingeprent
  3. had ingeprent
  4. hadden ingeprent
  5. hadden ingeprent
  6. hadden ingeprent
o.t.t.t.
  1. zal inprenten
  2. zult inprenten
  3. zal inprenten
  4. zullen inprenten
  5. zullen inprenten
  6. zullen inprenten
o.v.t.t.
  1. zou inprenten
  2. zou inprenten
  3. zou inprenten
  4. zouden inprenten
  5. zouden inprenten
  6. zouden inprenten
en verder
  1. is ingeprent
diversen
  1. prent in!
  2. prent in!
  3. ingeprent
  4. inprentend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inprenten:

NounRelated TranslationsOther Translations
impress inktstempel; stempel; zegel
imprint inktstempel; keur; stempel; waarborg; zegel
VerbRelated TranslationsOther Translations
encode inprenten; op het hart drukken coderen
get through inprenten; op het hart drukken bereiken; doordringen; erdoor halen; erdoorheen slaan; penetreren in; slagen voor
impress inprenten; op het hart drukken bedrukken; beïnvloeden; indrukken; induwen; inscherpen; opdrukken; overdrukken; prenten; raken; treffen
imprint inprenten; op het hart drukken inscherpen
instil inprenten; op het hart drukken bewust maken; informeren; inscherpen; kennisgeven van; zeggen; zich iets inprenten
instill inprenten; op het hart drukken bewust maken; informeren; inscherpen; kennisgeven van; zeggen; zich iets inprenten

Wiktionary Translations for inprenten:

inprenten
verb
  1. diep in het geheugen vastleggen
inprenten
verb
  1. teach by repeated instruction

Cross Translation:
FromToVia
inprenten inculcate; drill inculquerimprimer fortement une chose dans l’esprit de quelqu’un à force de la répéter.

Related Translations for inprenten