Summary
Dutch
Detailed Translations for overstelpen from Dutch to English
overstelpen:
Conjugations for overstelpen:
o.t.t.
- overstelp
- overstelpt
- overstelpt
- overstelpen
- overstelpen
- overstelpen
o.v.t.
- overstelpte
- overstelpte
- overstelpte
- overstelpten
- overstelpten
- overstelpten
v.t.t.
- heb overstelpt
- hebt overstelpt
- heeft overstelpt
- hebben overstelpt
- hebben overstelpt
- hebben overstelpt
v.v.t.
- had overstelpt
- had overstelpt
- had overstelpt
- hadden overstelpt
- hadden overstelpt
- hadden overstelpt
o.t.t.t.
- zal overstelpen
- zult overstelpen
- zal overstelpen
- zullen overstelpen
- zullen overstelpen
- zullen overstelpen
o.v.t.t.
- zou overstelpen
- zou overstelpen
- zou overstelpen
- zouden overstelpen
- zouden overstelpen
- zouden overstelpen
en verder
- ben overstelpt
- bent overstelpt
- is overstelpt
- zijn overstelpt
- zijn overstelpt
- zijn overstelpt
diversen
- overstelp!
- overstelpt!
- overstelpt
- overstelpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
overstelpen (overweldigen)
the overwhelming
Translation Matrix for overstelpen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
heap | aardig wat; accumulatie; bende; berg; drom; grote hoeveelheid; heap; hoop; horde; kluit; knoeiboel; massa; menigte; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapeling; overvloed; rommel; schare; stapel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje | |
overwhelming | overstelpen; overweldigen | overdonderen |
Verb | Related Translations | Other Translations |
heap | bestormen; overstelpen | |
overwhelm | bedelven; begraven; overladen; overstelpen | overmannen; overmeesteren; overweldigen; zich meester maken van |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
overwhelming | imposant; indrukwekkend; ontzaggelijk; ontzagwekkend; overdonderend; overweldigend |
Wiktionary Translations for overstelpen:
overstelpen
Cross Translation:
verb
-
overladen met allerlei zaken
- overstelpen → overwhelm
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overstelpen | → drench; flood; overwhelm; swamp; dampen; irrigate; water | ↔ abreuver — faire boire (un animal, particulièrement un cheval). |
• overstelpen | → fill; fill up; fulfill; overwhelm; swamp; flood | ↔ combler — Traductions à trier suivant le sens |