Summary
Dutch to English: more detail...
- rechtszaak:
-
Wiktionary:
- rechtszaak → lawsuit, litigation, case, plea
Dutch
Detailed Translations for rechtszaak from Dutch to English
rechtszaak:
-
de rechtszaak (rechtsgeding; proces; procedure; geding)
Translation Matrix for rechtszaak:
Noun | Related Translations | Other Translations |
case | geding; procedure; proces; rechtsgeding; rechtszaak | aangelegenheid; aanvraag; affaire; behuizing; casus; contract; doos; etui; foedraal; geval; issue; kist; kistje; koker; kokervormig doosje; krat; kratje; kwestie; la; lade; naamval; pennendoosje; pennenkoker; probleem; proefpersoon; punt; schuifla; schuiflade; taak; vraagstuk; zaak |
lawsuit | geding; procedure; proces; rechtsgeding; rechtszaak | |
legal suit | geding; procedure; proces; rechtsgeding; rechtszaak | |
proceedings | geding; procedure; proces; rechtsgeding; rechtszaak | handelingen; procedure; procesvoering |
trial | geding; procedure; proces; rechtsgeding; rechtszaak | aanvechting; bekoring; beproeving; berechting; ernstige toetsing; ondervraging; seductie; temptatie; verhoor; verhoring; verleiding; verlokking; verovering; verzoeking |
- | proces |
Related Words for "rechtszaak":
Synonyms for "rechtszaak":
Related Definitions for "rechtszaak":
Wiktionary Translations for rechtszaak:
rechtszaak
noun
rechtszaak
-
een geschil dat twee of meer partijen hebben over hun rechten en dat zij aan de uitspraak van een rechter onderwerpen
- rechtszaak → lawsuit
noun
-
conduct of a lawsuit
-
case where a court is needed to resolve differences
-
legal proceeding
- case → proces; rechtszaak
-
law: cause in court
- plea → zaak; rechtszaak