Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. specerij:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for specerij from Dutch to English

specerij:

specerij [de ~ (v)] nomen

  1. de specerij (kruid; kruiderij)
    the herb; the spices; the flavouring; the condiments; the condiment; the flavourings; the spice; the flavoring

Translation Matrix for specerij:

NounRelated TranslationsOther Translations
condiment kruid; kruiderij; specerij kruiderij
condiments kruid; kruiderij; specerij kruiden; kruiderij
flavoring kruid; kruiderij; specerij aroma; geurstof; smaakmaker; smaakstof; smaakversterker
flavouring kruid; kruiderij; specerij aroma; geurstof; smaakmaker; smaakstof; smaakversterker
flavourings kruid; kruiderij; specerij kruiden; smaakmaker; smaakstoffen; specerijen
herb kruid; kruiderij; specerij
spice kruid; kruiderij; specerij smaakmaker
spices kruid; kruiderij; specerij kruiden; kruiderij; smaakmaker; smaakstof; smaakstoffen; specerijen
VerbRelated TranslationsOther Translations
spice kruiden; kruiden toevoegen; marineren; toebereiden

Related Words for "specerij":


Wiktionary Translations for specerij:

specerij
noun
  1. een gedroogd plantendeel, anders dan een groen blad of stengel, dat als geur-, kleur- of smaakstof aan voedsel wordt toegevoegd
specerij
noun
  1. plant matter used to season or flavour food
  2. any variety of spice

Cross Translation:
FromToVia
specerij flavoring; spice GewürzPflanzenteile (besonders von Kraut), die gemahlen oder ganz einer Speise beigemengt werden, um ihren Geschmack zu verbessern
specerij spice; seasoning épice — Condiment aromatique