Dutch
Detailed Translations for uitblussen from Dutch to English
uitblussen:
Translation Matrix for uitblussen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
extinguish | blussen; doven; smoren; uitblussen; uitdoven | afsterven; afzetten; ophouden; sterven; uitdoen; uitmaken; uitschakelen; uitsterven; uitzetten |
put out | blussen; doven; smoren; uitblussen; uitdoven | aanbesteden; afdoen; afhandelen; afzetten; beslechten; ontstemmen; stilzetten; stoppen; tot stilstand brengen; twist uit de weg ruimen; uitbesteden; uitdoen; uitmaken; uitschakelen; uitzetten |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
put out | gepikeerd; geprikkeld; misnoegd; ontstemd; wrevelig |