Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. bemiddelaar:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bemiddelaar from Dutch to English

bemiddelaar:

bemiddelaar [de ~ (m)] nomen

  1. de bemiddelaar (tussenpersoon; intermediair)
    the intermediary
    – a negotiator who acts as a link between parties 1
    the mediator; the intercessor; the negotiator; the go-between
  2. de bemiddelaar
    the mediator

Translation Matrix for bemiddelaar:

NounRelated TranslationsOther Translations
go-between bemiddelaar; intermediair; tussenpersoon bemiddelaars
intercessor bemiddelaar; intermediair; tussenpersoon onderhandelaar
intermediary bemiddelaar; intermediair; tussenpersoon intercedent; intermediair; medium; tussenhandelaar
mediator bemiddelaar; intermediair; tussenpersoon onderhandelaar
negotiator bemiddelaar; intermediair; tussenpersoon onderhandelaar
ModifierRelated TranslationsOther Translations
intermediary intermediair; tussenliggend

Wiktionary Translations for bemiddelaar:

bemiddelaar
noun
  1. tussenpersoon (intermediair) die partijen tot elkaar probeert te brengen