Summary
Dutch to English: more detail...
- afweging:
-
Wiktionary:
- afweging → assessment
-
User Contributed Translations for afweging:
- trade-off
Dutch
Detailed Translations for afweging from Dutch to English
afweging:
-
de afweging (overweging; overdenking)
Translation Matrix for afweging:
Noun | Related Translations | Other Translations |
consideration | afweging; overdenking; overweging | beraad; beschouwing; bespiegeling; clementie; compassie; consideratie; gevoeligheid mbt het betamelijke; goedertierenheid; inschikkelijkheid; kiesheid; mildheid; observatie; overdenking met commentaar; toegeeflijkheid; toegevendheid; welwillendheid |
deliberation | afweging; overdenking; overweging | beraad |
ground | afweging; overdenking; overweging | aarde; aardkorst; bodem; bodemoppervlak; bouwterrein; gebied; gemalen; grond; kavel; perceel; terrein; vermalen; vloer |
reflexion | afweging; overdenking; overweging | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
ground | aarden; funderen; gronden; hameren; instellen; invoeren; kloppen met een hamer; koloniseren; onderbouwen; onderheien; oprichten; settelen; stichten; vestigen |
Wiktionary Translations for afweging:
afweging
noun
-
appraisal