Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. duwtje:
  2. duw:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for duwtje from Dutch to English

duwtje:

duwtje [het ~] nomen

  1. het duwtje (stoot; zet; por; duw; stootje)
    the push
    – the act of applying force in order to move something away 1
    • push [the ~] nomen
      • he gave the door a hard push1
    the nudge; the thrust; the bumper; the bump; the punch; the blow; the jab; the buffer
    the shove
    – the act of shoving (giving a push to someone or something) 1
    • shove [the ~] nomen
      • he gave the door a shove1

Translation Matrix for duwtje:

NounRelated TranslationsOther Translations
blow duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet bluts; deuk; dreun; fiasco; flop; handslag; harde slag; hengst; instulping; jens; klap; klop; knal; lel; mep; misrekening; misslag; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; slag; sof; stoot; tegenvaller; teleurstelling; terugslag; tik; toegebrachte klap
buffer duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet buffer; bumper; stootblok; stootkussen; stootrand
bump duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet bobbel; bons; dreun; hobbel; hobbeling; klap; knal; kwak; kwetsuur; letsel; oneffenheid; ongelijkheid; pof; smak
bumper duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet stootblok; stootkussen
jab duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot
nudge duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet buzzer; hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot
punch duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet dreun; handtastelijkheden; harde klap; hengst; klap; klappen; lel; mep; muilpeer; opdoffer; opdonder; opdonders; opduvel; oplawaai; opstopper; peut; pons; ram; slag; stoot; uithaal; vuistslag; vuistslagen
push duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet knopje
shove duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet
thrust duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet stuwdruk
VerbRelated TranslationsOther Translations
blow 'm piepen; 'm smeren; aanblazen; aanwakkeren; afzuigen; blazen; doen opvlammen; fellatio doen; fladderen; fluiten; hard waaien; hijgen; iets vergallen; pijpen; puffen; stuiven; verknoeien; waaien; wapperen; zuigen
buffer bufferen; in buffer opslaan
jab een por geven; porren; stoten
nudge aanstoten; toesteken; toestoten; verschuiven
punch doorponsen; een opdonder verkopen; hengsten; ponsen; rammen; stansen; stompen
push aanduwen; avanceren; dringen; duwen; helpen; hengsten; promoten; rammen; schuiven; schuivend verplaatsen; stompen; verhandelen; verkopen; verschuiven; voor zich uitschuiven; voortschuiven
shove schuiven; voortschuiven

Related Words for "duwtje":


Wiktionary Translations for duwtje:

duwtje
noun
  1. push from behind

duw:

duw [de ~ (m)] nomen

  1. de duw (duwtje; stoot; zet; por; stootje)
    the push
    – the act of applying force in order to move something away 1
    • push [the ~] nomen
      • he gave the door a hard push1
    the nudge; the thrust; the bumper; the bump; the punch; the blow; the jab; the buffer
    the shove
    – the act of shoving (giving a push to someone or something) 1
    • shove [the ~] nomen
      • he gave the door a shove1

Translation Matrix for duw:

NounRelated TranslationsOther Translations
blow duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet bluts; deuk; dreun; fiasco; flop; handslag; harde slag; hengst; instulping; jens; klap; klop; knal; lel; mep; misrekening; misslag; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; slag; sof; stoot; tegenvaller; teleurstelling; terugslag; tik; toegebrachte klap
buffer duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet buffer; bumper; stootblok; stootkussen; stootrand
bump duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet bobbel; bons; dreun; hobbel; hobbeling; klap; knal; kwak; kwetsuur; letsel; oneffenheid; ongelijkheid; pof; smak
bumper duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet stootblok; stootkussen
jab duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot
nudge duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet buzzer; hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot
punch duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet dreun; handtastelijkheden; harde klap; hengst; klap; klappen; lel; mep; muilpeer; opdoffer; opdonder; opdonders; opduvel; oplawaai; opstopper; peut; pons; ram; slag; stoot; uithaal; vuistslag; vuistslagen
push duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet knopje
shove duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet
thrust duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet stuwdruk
VerbRelated TranslationsOther Translations
blow 'm piepen; 'm smeren; aanblazen; aanwakkeren; afzuigen; blazen; doen opvlammen; fellatio doen; fladderen; fluiten; hard waaien; hijgen; iets vergallen; pijpen; puffen; stuiven; verknoeien; waaien; wapperen; zuigen
buffer bufferen; in buffer opslaan
jab een por geven; porren; stoten
nudge aanstoten; toesteken; toestoten; verschuiven
punch doorponsen; een opdonder verkopen; hengsten; ponsen; rammen; stansen; stompen
push aanduwen; avanceren; dringen; duwen; helpen; hengsten; promoten; rammen; schuiven; schuivend verplaatsen; stompen; verhandelen; verkopen; verschuiven; voor zich uitschuiven; voortschuiven
shove schuiven; voortschuiven

Related Words for "duw":


Wiktionary Translations for duw:

duw
noun
  1. een zet, een stoot
duw
noun
  1. short, directed application of force; act of pushing