Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. schaar:
  2. Schaar:
  3. scharen:
  4. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for schaar from Dutch to English

schaar:

schaar [de ~] nomen

  1. de schaar (schare; kudde; massa; )
    the flock; the herd; the common herd; the mob; the horde; the drove; the crowd; the multitude
  2. de schaar
    the scissors; the pair of scissors
    – an edge tool having two crossed pivoting blades 1

Translation Matrix for schaar:

NounRelated TranslationsOther Translations
common herd drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep
crowd drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep accumulatie; bende; berg; drom; drukte; groep; groep mensen; grote menigte; hoop; horde; kluit; massa; menigte; mensenmassa; meute; oploopje; samenkomst; samenscholing; schare; toeloop; troep; veel mensen; volksmenigte
drove drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep
flock drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep gemeente
herd drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep bende; drom; hoop; horde; massa; menigte; schare
horde drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep horde; meute; troep
mob drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep gepeupel; grauw; plebs; rapaille; volksmenigte
multitude drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep berg; grote hoeveelheid; hoop; massa; overvloed; overvloedigheid; rijkelijkheid; volksmenigte
pair of scissors schaar
scissors schaar
VerbRelated TranslationsOther Translations
herd beschermen; beschutten; hoeden; in bescherming nemen; verdedigen
horde bijeenzamelen; opeenhopen; oppotten; sparen; vergaren; verzamelen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
multitude van alles

Related Words for "schaar":


Related Definitions for "schaar":

  1. gereedschap dat bestaat uit twee scherpe helften die elkaar kruisen2
    • met de schaar knip ik het papier door2
  2. grijporgaan van sommige dieren2
    • een kreeft heeft scharen2

Wiktionary Translations for schaar:

schaar
noun
  1. gereedschap waarbij een tweetal langs elkaar snijdende messen een rechte of strakke snede maakt
schaar
en-plural noun
  1. tool used for cutting

Cross Translation:
FromToVia
schaar (pair of) scissors Schere — Gerät zum Schneiden von Papier u.ä.
schaar scissors ciseau — Instrument de fer ou d’acier composé de deux branches mobiles tranchantes en dedans
schaar scissors; pair of scissors ciseaux — Instrument à deux lames... pour couper ou rogner.

Schaar:

Schaar

  1. Schaar
    the Scissors
    – A tool that lets you split a Bezier or B-Spline path at a particular location. 3

Translation Matrix for Schaar:

NounRelated TranslationsOther Translations
Scissors Schaar

scharen:

scharen verb (schaar, schaart, schaarde, schaarden, geschaard)

  1. scharen
    to range
    • range verb (ranges, ranged, ranging)

Conjugations for scharen:

o.t.t.
  1. schaar
  2. schaart
  3. schaart
  4. scharen
  5. scharen
  6. scharen
o.v.t.
  1. schaarde
  2. schaarde
  3. schaarde
  4. schaarden
  5. schaarden
  6. schaarden
v.t.t.
  1. heb geschaard
  2. hebt geschaard
  3. heeft geschaard
  4. hebben geschaard
  5. hebben geschaard
  6. hebben geschaard
v.v.t.
  1. had geschaard
  2. had geschaard
  3. had geschaard
  4. hadden geschaard
  5. hadden geschaard
  6. hadden geschaard
o.t.t.t.
  1. zal scharen
  2. zult scharen
  3. zal scharen
  4. zullen scharen
  5. zullen scharen
  6. zullen scharen
o.v.t.t.
  1. zou scharen
  2. zou scharen
  3. zou scharen
  4. zouden scharen
  5. zouden scharen
  6. zouden scharen
en verder
  1. ben geschaard
  2. bent geschaard
  3. is geschaard
  4. zijn geschaard
  5. zijn geschaard
  6. zijn geschaard
diversen
  1. schaar!
  2. schaart!
  3. geschaard
  4. scharende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for scharen:

NounRelated TranslationsOther Translations
range bandbreedte; bereik; blikveld; draagwijdte; gezichtskring; gezichtsveld; range; reikwijdte; schietterrein; schootsafstand; verspreidingsgebied; vliegbereik
VerbRelated TranslationsOther Translations
range scharen afwisselen; rangordenen; rangschikken; uiteenlopen; variëren; veranderen; verschillen; wisselen

Related Words for "scharen":