Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. sop:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for soppen from Dutch to English

sop:

sop [het ~] nomen

  1. het sop (zee)
    the sea; the blue; the deep
    • sea [the ~] nomen
    • blue [the ~] nomen
    • deep [the ~] nomen
  2. het sop (afwaswater; zeepsop; afwassop; zeepwater)
    the soap suds; the suds; the dish water; the soapy water

Translation Matrix for sop:

NounRelated TranslationsOther Translations
blue sop; zee
deep sop; zee
dish water afwassop; afwaswater; sop; zeepsop; zeepwater
sea sop; zee deining; oceaan; schommeling; wereldzee; wiegeling; zee; zeegang
soap suds afwassop; afwaswater; sop; zeepsop; zeepwater
soapy water afwassop; afwaswater; sop; zeepsop; zeepwater
suds afwassop; afwaswater; sop; zeepsop; zeepwater
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
blue blauw; blauwachtig; stout
ModifierRelated TranslationsOther Translations
deep degelijk; diep; diepgaand; diepgravend; diepliggend; grondig; helemaal; innig; intens; niet oppervlakkig; totaal; volkomen

Related Words for "sop":

  • soppen, sopje

Wiktionary Translations for sop:

sop
noun
  1. foam of soap and water
  2. lather, foam

Cross Translation:
FromToVia
sop gravy; sauce sauce — cuis|nocat=1 assaisonnement liquide, souvent émulsionner, comprenant du sel, des épices ou des aromates.


Wiktionary Translations for soppen:

soppen
verb
  1. to cover with lather