Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. tussendoortje:
  2. Wiktionary:
    • tussendoortje → snack


Dutch

Detailed Translations for tussendoortje from Dutch to English

tussendoortje:

tussendoortje [het ~] nomen

  1. het tussendoortje (snack; hapje)
    the bite to eat; the snack; the fast food
  2. het tussendoortje (versnapering; zoetigheid; lekkers)
    the snack
  3. het tussendoortje (vluggertje)
    the nookie; the quickie

Translation Matrix for tussendoortje:

NounRelated TranslationsOther Translations
bite to eat hapje; snack; tussendoortje
fast food hapje; snack; tussendoortje
nookie tussendoortje; vluggertje
quickie tussendoortje; vluggertje
snack hapje; lekkers; snack; tussendoortje; versnapering; zoetigheid delicatesse; lekkernij; versnapering

Related Words for "tussendoortje":

  • tussendoortjes

Wiktionary Translations for tussendoortje:

tussendoortje
noun
  1. een versnapering, iets te eten tussen de maaltijden door
    • tussendoortjesnack
tussendoortje
noun
  1. a light meal
  2. an item of food eaten between meals