Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. begeleider:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for begeleider from Dutch to English

begeleider:

begeleider [de ~ (m)] nomen

  1. de begeleider (gids; loods; leidsman)
    the mentor; the guide; the leader
  2. de begeleider (mentor)
    the supervisor
    the tutor
    – a person who gives private instruction (as in singing, acting, etc.) 1

Translation Matrix for begeleider:

NounRelated TranslationsOther Translations
guide begeleider; gids; leidsman; loods aanwijzing; begeleidster; gids; handboek; hulplijn; reisbegeleider; reisgids; reisleider; reisleidster; richtlijn; rondleider
leader begeleider; gids; leidsman; loods aanvoerder; baas; bestuurder; chef; groepsleider; hoofd; hoofdleider; hoofdman; kopman; kopstuk; leider; lijstaanvoerder; manager; meerdere; meester; opperhoofd; opvulteken; patroon; pees; stamhoofd; superieur; voorman; voorzitter; werkbaas; zeen
mentor begeleider; gids; leidsman; loods docent; instructeur; leermeester; leraar
supervisor begeleider; mentor opzichter; opziener; toezichthouder
tutor begeleider; mentor curator; docent; instructeur; leerkracht; leermeester; leraar; meester; oefenmeester; onderwijzer; opleider; opleidster; opvoeder; pedant; schoolmeester; voogd
VerbRelated TranslationsOther Translations
guide begeleiden; in goede banen leiden; leiden; meevoeren; voeren
tutor bekwamen; bijleren; coachen; harden; oefenen; ontwikkelen; opleiden; scholen; trainen

Wiktionary Translations for begeleider:

begeleider
noun
  1. iemand die een ander begeleidt (vergezelt) (ook muziek|nld)

Cross Translation:
FromToVia
begeleider accompanist BegleiterMusik: Person, die einen Solisten auf einem Instrument begleitet
begeleider accompanist; companion; buddy; pal; comrade compagnon — Celui qui est habituellement avec un autre ou qui fait avec lui la même chose.