Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. bevoelen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bevoelen from Dutch to English

bevoelen:

bevoelen verb (bevoel, bevoelt, bevoelde, bevoelden, bevoeld)

  1. bevoelen (betasten; voelen)
    to feel
    – grope or feel in search of something 1
    • feel verb (feels, felt, feeling)
      • He felt for his wallet1
    to grope
    – feel about uncertainly or blindly 1
    • grope verb (gropes, groped, groping)
      • She groped for her glasses in the darkness of the bedroom1
    to touch
    – make physical contact with, come in contact with 1
    • touch verb (touches, touched, touching)
      • She never touched her husband1
  2. bevoelen (aftasten)
    to explore; to prospect; to scan
    • explore verb (explores, explored, exploring)
    • prospect verb (prospects, prospected, prospecting)
    • scan verb (scans, scanned, scanning)

Conjugations for bevoelen:

o.t.t.
  1. bevoel
  2. bevoelt
  3. bevoelt
  4. bevoelen
  5. bevoelen
  6. bevoelen
o.v.t.
  1. bevoelde
  2. bevoelde
  3. bevoelde
  4. bevoelden
  5. bevoelden
  6. bevoelden
v.t.t.
  1. heb bevoeld
  2. hebt bevoeld
  3. heeft bevoeld
  4. hebben bevoeld
  5. hebben bevoeld
  6. hebben bevoeld
v.v.t.
  1. had bevoeld
  2. had bevoeld
  3. had bevoeld
  4. hadden bevoeld
  5. hadden bevoeld
  6. hadden bevoeld
o.t.t.t.
  1. zal bevoelen
  2. zult bevoelen
  3. zal bevoelen
  4. zullen bevoelen
  5. zullen bevoelen
  6. zullen bevoelen
o.v.t.t.
  1. zou bevoelen
  2. zou bevoelen
  3. zou bevoelen
  4. zouden bevoelen
  5. zouden bevoelen
  6. zouden bevoelen
diversen
  1. bevoel!
  2. bevoelt!
  3. bevoeld
  4. bevoelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bevoelen:

NounRelated TranslationsOther Translations
prospect afwachting; hoop; prospect; verwachting
scan scan; scannen
touch aanraking; contact; flinter; floers; gevoel; kleine tik; klopje; schijntje; sentiment; snufje; tikje; toetsaanslag; vleugje; voeling; waas; zweem
VerbRelated TranslationsOther Translations
explore aftasten; bevoelen aftasten; afvoelen; exploreren; koloniseren; onderzoeken; settelen; verkennen; vestigen
feel betasten; bevoelen; voelen beleven; bemerken; bespeuren; ervaren; gewaarworden; iets voelen; inleven; invoelen; meeleven; merken; ondervinden; ontwaren; voelen; waarnemen; zien
grope betasten; bevoelen; voelen
prospect aftasten; bevoelen inventariseren; koloniseren; settelen; vestigen
scan aftasten; bevoelen aftasten; afvoelen; koloniseren; scannen; settelen; vestigen
touch betasten; bevoelen; voelen aangaan; aangrijpen; aanraken; aanroeren; aanstippen; belang inboezemen; beroeren; betreffen; even aanraken; ontroeren; raken; roeren; slaan op; toucheren; treffen; voelen; zitten aan; zorg inboezemen

Wiktionary Translations for bevoelen:


Cross Translation:
FromToVia
bevoelen feel; grope; finger; touch palper — Traductions à trier suivant le sens
bevoelen feel; sense; grope; finger; touch; give off an odour; reek; smell sentir — Traductions à trier suivant le sens
bevoelen feel; explore; test; probe; touch; grope; finger; handle tâtertoucher, manier doucement une chose, pour savoir si elle est dure ou molle, sec ou humide, froide ou chaude, etc.