Dutch
Detailed Translations for catalogiseren from Dutch to English
catalogiseren:
-
catalogiseren (organiseren; ordenen)
Conjugations for catalogiseren:
o.t.t.
- catalogiseer
- catalogiseert
- catalogiseert
- catalogiseren
- catalogiseren
- catalogiseren
o.v.t.
- catalogiseerde
- catalogiseerde
- catalogiseerde
- catalogiseerden
- catalogiseerden
- catalogiseerden
v.t.t.
- heb gecatalogiseerd
- hebt gecatalogiseerd
- heeft gecatalogiseerd
- hebben gecatalogiseerd
- hebben gecatalogiseerd
- hebben gecatalogiseerd
v.v.t.
- had gecatalogiseerd
- had gecatalogiseerd
- had gecatalogiseerd
- hadden gecatalogiseerd
- hadden gecatalogiseerd
- hadden gecatalogiseerd
o.t.t.t.
- zal catalogiseren
- zult catalogiseren
- zal catalogiseren
- zullen catalogiseren
- zullen catalogiseren
- zullen catalogiseren
o.v.t.t.
- zou catalogiseren
- zou catalogiseren
- zou catalogiseren
- zouden catalogiseren
- zouden catalogiseren
- zouden catalogiseren
en verder
- is gecatalogiseerd
- zijn gecatalogiseerd
diversen
- catalogiseer!
- catalogiseert!
- gecatalogiseerd
- catalogiserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for catalogiseren:
Wiktionary Translations for catalogiseren:
catalogiseren
Cross Translation:
verb
catalogiseren
-
in een register onderbrengen
- catalogiseren → catalogue
verb
-
to add to an existing catalogue
-
to make a catalogue of
-
to put into a catalogue
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• catalogiseren | → cataloging | ↔ catalogage — néol|fr Action de cataloguer. |