Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. deemstering:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for deemstering from Dutch to English

deemstering:

deemstering [de ~ (v)] nomen

  1. de deemstering (schemerdonker; halfdonker; schemering; )
    the twilight; the gloam; the dusk; the dim; the semidarkness
  2. de deemstering (donkerte; duisternis)
    the darkness

Translation Matrix for deemstering:

NounRelated TranslationsOther Translations
darkness deemstering; donkerte; duisternis donker; duister; duisterheid; duisternis; hel; onduidelijkheid
dim deemstering; halfdonker; schemer; schemerdonker; schemeren; schemering; schemerlicht
dusk deemstering; halfdonker; schemer; schemerdonker; schemeren; schemering; schemerlicht schemeravond
gloam deemstering; halfdonker; schemer; schemerdonker; schemeren; schemering; schemerlicht
semidarkness deemstering; halfdonker; schemer; schemerdonker; schemeren; schemering; schemerlicht
twilight deemstering; halfdonker; schemer; schemerdonker; schemeren; schemering; schemerlicht schemeravond; schemertijd
VerbRelated TranslationsOther Translations
dim bedoezelen; dimmen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
dim bleek; flauw; flets; laf; mistig; nevelachtig; onduidelijk; onhelder; schemerachtig; schemerig; schimmig; vaag; vagelijk; verschoten; wazig; zonder zout; zoutloos

Wiktionary Translations for deemstering:

deemstering
noun
  1. de tijd van de dag waarop het licht dan wel donker wordt
deemstering
noun
  1. light before rising, and after the setting, of the sun

Cross Translation:
FromToVia
deemstering twilight Dämmerung — ein Lichtphänomen aufgrund des Sonnenlichts; der Übergang zwischen Tag und Nacht (unmittelbar nach Sonnenuntergang) oder umgekehrt