Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. gerucht:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gerucht from Dutch to English

gerucht:

gerucht [het ~] nomen

  1. het gerucht (vals gerucht)
    the false rumour
  2. het gerucht
    the rumour; the hearsay; the rumor
    – gossip (usually a mixture of truth and untruth) passed around by word of mouth 1

Translation Matrix for gerucht:

NounRelated TranslationsOther Translations
false rumour gerucht; vals gerucht
hearsay gerucht mare; officieus bericht
rumor gerucht gedruis; praat; rumoer; tumult
rumour gerucht gedruis; praat; rumoer; tumult

Related Words for "gerucht":

  • geruchten

Wiktionary Translations for gerucht:

gerucht
noun
  1. een mededeling of nieuwtje dat de ronde doet maar nog niet bevestigd is, zodat je niet zeker bent of het waar is
gerucht
noun
  1. statement or claim from no known reliable source

Cross Translation:
FromToVia
gerucht rumor; rumour rumeur — Information diffusée dont la véracité est douteuse
gerucht sound son — Quelque chose que l’on peut écouter, entendre.

Related Translations for gerucht