Summary
Dutch to English: more detail...
- nadrukkelijk:
-
Wiktionary:
- nadrukkelijk → emphatically
- nadrukkelijk → emphatic
- nadrukkelijk → energic
Dutch
Detailed Translations for nadrukkelijk from Dutch to English
nadrukkelijk:
-
nadrukkelijk (uitdrukkelijk; met nadruk; met klem; klemmend)
-
nadrukkelijk (krachtig)
Translation Matrix for nadrukkelijk:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
emphatic | klemmend; krachtig; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; uitdrukkelijk | nadrukkelijke |
explicit | klemmend; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; uitdrukkelijk | cru; expliciet; frappant; geprononceerd; in het oog lopend; in het oog springend; markant; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; rechttoe rechtaan; saillant; treffend; uitgesproken |
pointed | krachtig; nadrukkelijk | messcherp; puntig; scherp; spits; spitsig; spitsvormig; toegespitst |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
with emphasis | klemmend; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; uitdrukkelijk |
Related Words for "nadrukkelijk":
Wiktionary Translations for nadrukkelijk:
nadrukkelijk
Cross Translation:
adverb
-
in an emphatic manner
-
stated with conviction
-
characterized by emphasis
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• nadrukkelijk | → energic | ↔ energisch — nachdrücklich, mit Entschlossenheit |