Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. tegenspeler:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for tegenspeler from Dutch to English

tegenspeler:

tegenspeler [de ~ (m)] nomen

  1. de tegenspeler
    the opponent; the antagonist; the adversary

Translation Matrix for tegenspeler:

NounRelated TranslationsOther Translations
adversary tegenspeler opponent; tegenstander; tegenstrever
antagonist tegenspeler opponent; tegenpartij muziek; tegenstander; tegenstrever
opponent tegenspeler opponent; tegenkandidaat; tegenstander; tegenstrever

Related Words for "tegenspeler":

  • tegenspelers

Wiktionary Translations for tegenspeler:

tegenspeler
noun
  1. een speler van de tegenpartij
  2. iemand die met een ander samenspeelt
tegenspeler
noun
  1. one which has corresponding functions or characteristics

Cross Translation:
FromToVia
tegenspeler adversary; opponent; antagonist adversairepersonne qui est opposée à une autre, dans une lutte, une compétition.
tegenspeler adversary; opponent; objector; antagonist antagonisteopposant ; adversaire ; ennemi.