Interglot - verkeer: Dutch and English Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Summary

Dutch to English: more detail...

verkeer:
- intercourse; sexual relations; sexual intercourse; sex; public transport; traffic; network traffic
verkeren:
- be somewhere; date
Wiktionary:
- verkeer → traffic
- verkeer → encounter, meeting, approach, acquaintance, familiarity, relation, understanding, connection, interrelation, relationship, access, admission, admittance, accession, entrance, entry, landing, acceptance, reception, trade, game, traffic
- verkeren → turn, amend, shift, frequent, attend, interact, interrelate
User Contributed Translations for verkeer:
- traffic

Dutch

Detailed Translations for verkeer from Dutch to English

verkeer:

verkeer [het ~] nomen

het verkeer (geslachtsgemeenschap; omgang)
the intercourse; the sexual relations; the sexual intercourse; the sex
- intercourse [the ~] nomen
- sexual relations [the ~] nomen
- sexual intercourse [the ~] nomen
- sex [the ~] nomen
het verkeer (vervoer over openbare wegen)
the public transport
- public transport [the ~] nomen
het verkeer
the traffic; the network traffic
– The number of visits to a website, or the amount of user activity on a website or on a network. ¹
- traffic [the ~] nomen
- network traffic [the ~] nomen

Translation Matrix for verkeer:

Noun	Related Translations	Other Translations
intercourse	geslachtsgemeenschap; omgang; verkeer	gemeenschap; omgaan met mensen; omgang; ommegang; paring
network traffic	verkeer
public transport	verkeer; vervoer over openbare wegen	gemeenschappelijk vervoer; stadsvervoer
sex	geslachtsgemeenschap; omgang; verkeer	genus; geslacht; kunne; seks; sekse
sexual intercourse	geslachtsgemeenschap; omgang; verkeer	coïtus; geslachtsdaad
sexual relations	geslachtsgemeenschap; omgang; verkeer
traffic	verkeer

Related Definitions for "verkeer":

alle voertuigen en personen die de openbare weg gebruiken²
- er komen steeds meer auto's in het verkeer²
de omgang van mensen met elkaar²
- in het maatschappelijk verkeer kan ik mij goed handhaven²

Wiktionary Translations for verkeer:

verkeer

noun

het geheel van verplaatsingen waarbij goederen of personen vervoerd worden
- verkeer → traffic

verkeer

noun

pedestrians or vehicles on roads or on the air
- traffic → verkeer
commercial transportation or exchange of goods
- traffic → handel; verkeer
exchange or flux of information, messages or data
- traffic → verkeer

Cross Translation:

From	To	Via
• verkeer	→ encounter; meeting; approach; acquaintance; familiarity; relation; understanding; connection; interrelation; relationship; access; admission; admittance; accession; entrance; entry; landing; acceptance; reception	↔ abord — (vieilli) action d’arriver au bord, de toucher le rivage.
• verkeer	→ trade; game; traffic	↔ trafic — négoce, commerce de marchandises.

verkeer form of verkeren:

verkeren verb (verkeer, verkeert, verkeerde, verkeerden, verkeerd)

verkeren (ergens verkeren)
be somewhere
- be somewhere verb
verkeren (omgaan met)
to date
- date verb (dates, dated, dating)

Conjugations for verkeren:

o.t.t.

verkeer
verkeert
verkeert
verkeren
verkeren
verkeren

o.v.t.

verkeerde
verkeerde
verkeerde
verkeerden
verkeerden
verkeerden

v.t.t.

heb verkeerd
hebt verkeerd
heeft verkeerd
hebben verkeerd
hebben verkeerd
hebben verkeerd

v.v.t.

had verkeerd
had verkeerd
had verkeerd
hadden verkeerd
hadden verkeerd
hadden verkeerd

o.t.t.t.

zal verkeren
zult verkeren
zal verkeren
zullen verkeren
zullen verkeren
zullen verkeren

o.v.t.t.

zou verkeren
zou verkeren
zou verkeren
zouden verkeren
zouden verkeren
zouden verkeren

diversen

verkeer!
verkeert!
verkeerd
verkerend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verkeren:

Noun	Related Translations	Other Translations
date		afgesproken ontmoeting; afspraak; dadel; dagtekening; datum; jaartal; liaison; tijdstip
Verb	Related Translations	Other Translations
be somewhere	ergens verkeren; verkeren
date	omgaan met; verkeren	dagtekenen; dateren

Related Definitions for "verkeren":

daarin zijn²
- zij verkeert in levensgevaar²
er regelmatig komen²
- hij verkeert in bepaalde kringen²

Wiktionary Translations for verkeren:

Cross Translation:

From	To	Via
• verkeren	→ turn; amend; shift	↔ changer — à trier
• verkeren	→ frequent; attend; interact; interrelate	↔ fréquenter — aller souvent dans un lieu.

User Translations:

Word	Translation	Votes
verkeer	traffic	13

External Machine Translations:

Dutch and English Search Results for: verkeer