Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: zitting

Dutch and English Search Results for: zitting

Summary

Dutch to English: more detail...

zitting:
- meeting; conference; assembly; gathering; symposium; congress
Wiktionary:
- zitting → session, meeting

Dutch

Detailed Translations for zitting from Dutch to English

zitting:

zitting [de ~ (v)] nomen

de zitting (samenkomst; vergadering; manifestatie; bijeenkomst)
the meeting; the conference; the assembly; the gathering; the symposium; the congress
- meeting [the ~] nomen
- conference [the ~] nomen
- assembly [the ~] nomen
- gathering [the ~] nomen
- symposium [the ~] nomen
- congress [the ~] nomen

Translation Matrix for zitting:

Noun	Related Translations	Other Translations
assembly	bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting	assemblage; assemblee; assembleren; assembly; montage; samenstelling; samenvoeging; samenzijn
conference	bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting	beraadslaging; bijeenkomst; conferentie; congres; overleg; samenkomst; vergadering
congress	bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting	bijeenkomst; congres
gathering	bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting	accumulatie; bende; beraadslaging; bijeenroeping; collecte; conferentie; groep; hoop; inwinnen; inzameling; massa; opeenhoping; ophoping; oploopje; overleg; samenkomst; samenscholing; samenzijn; selectie; sortering; stel; toeloop; troep; verzameling
meeting	bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting	Webvergadering; beraadslaging; conferentie; ontmoeting; overleg; samenkomst; treffen; vergadering
symposium	bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting	bijeenkomst; congres; symposium

Related Words for "zitting":

zittingen

Related Definitions for "zitting":

gedeelte van stoel waar je op zit¹
- de zitting van deze stoel is kapot¹
vergadering van de rechtbank¹
- op de zitting vandaag kan hij zich verdedigen¹

Wiktionary Translations for zitting:

zitting

noun

de tijd dat een raad of ander lichaam werkzaam bijeen is
- zitting → session

zitting

noun

gathering for a purpose
- meeting → vergadering; zitting; treffen; ontmoeting; samenkomst; beraad; overleg; bijeenkomst
meeting of a body to conduct business
- session → zitting

External Machine Translations:

¹Muiswerk Woordenboek