Dutch
Detailed Translations for aankleding from Dutch to English
aankleding:
-
de aankleding (inrichting; versiering; decoratie)
Translation Matrix for aankleding:
Noun | Related Translations | Other Translations |
decoration | aankleding; decoratie; inrichting; versiering | corsage; decor; decoratie; draperie; ereteken; garnering; kenteken; merkteken; onderscheiding; onderscheidingsteken; opluistering; opschik; opsiering; opsmuk; ornamentiek; ridderorde; sierwerk; smuk; speldje; teken; tooi; versiering; versiersel |
furnishing | aankleding; decoratie; inrichting; versiering | ameublement; inrichten; inrichting; meubelen; meubels; meubilair; meubilering; verschaffing; voorziening; woningdecoratie; woninginrichting |