Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. aanvangstijd:


Dutch

Detailed Translations for aanvangstijd from Dutch to English

aanvangstijd:

aanvangstijd [de ~ (m)] nomen

  1. de aanvangstijd (begintijd; vertrektijd; starttijd)
    the starting-time

Translation Matrix for aanvangstijd:

NounRelated TranslationsOther Translations
starting-time aanvangstijd; begintijd; starttijd; vertrektijd

Related Words for "aanvangstijd":

  • aanvangstijden