Dutch
Detailed Translations for aanvoerend from Dutch to English
aanvoerend:
Translation Matrix for aanvoerend:
Noun | Related Translations | Other Translations |
leading | aanvoeren; aanvoering; besturen; interlinie; leiding; leidinggeven; regelafstand; voorgaan | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
leading | aanvoerend; eerste; leidend | befaamd; dominant; geacht; gezaghebbend; hooggeplaatst; hooggezeten; leidend; maatgevend; prominent; toonaangevend; vooraan; vooraanstaand; vooraanstaande; voorin; voornaam; voorop |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
first | aanvoerend; eerste; leidend | aanvankelijk; eerst; eerste |
foremost | aanvoerend; eerste; leidend | aanvankelijk; eerst; leidend; vooraan; voorin; voorop |
External Machine Translations: